Toewendend zien
de bron die zoekend zichzelf vindt
(blog van mijn partner Christien Kloosterboer)
Herken je dat alles wat is stilzwijgend en soms met geluid roept: “Zie mij”? Bij dieren zie ik het al, ze zoeken naar een veld van contact dat aan kwaliteit wint naarmate er meer besef van gewaarzijn is. Mijn dwergpapegaaitjes houden het kopje schuin als ik liefhebbend met ze praat, hun unieke aanwezigheid opmerk en benoem. Zo veert alles op zodra het eenmaal ontvangen is in toewendend zien. Het is zo geheimzinnig dat levensvormen zich richten naar intensiveringen in het veld van gewaarzijn. Ik verdenk zelfs bomen en planten ervan dat ze meer glanzen en er sappiger uitzien tijdens momenten van gloedvol en toewendend kijken.
Ons geboorterecht is misschien wel ons vermogen om tot bewust gewaarzijn te komen van wat we zijn. En dat is niet alleen de vorm die toevallig op de voorgrond staat op een bepaald moment. Zoals de specifieke eigenheid van de lichamelijke verschijning. Maar oh wee, als we voorbij zien aan die specifieke vorm. Ook dan missen we de boot. Want via de specifieke vorm die er op dit moment is wijst gewaarzijn naar zijn volle diepte en potentieel. Alleen als ik het wonder van jouw verschijningsvorm opmerk, voel jij dat je in gewaarzijn baadt dat zich liefdevol toewendt naar leven. Het kan erop lijken dat ik jouw vorm en prestaties dan als iets aparts beschouw. Maar dat is niet zo. Als ik jouw uniciteit opmerk en vier glans jij op in het gewaarzijn dat jij bent. Eigenlijk viert gewaarzijn in jou dan zijn eigen ingrond. Daarin sta jij niet apart van mij. Want gewaar zijn is altijd een.
Dit is wat we zoeken, ons hele leven lang. De intimiteit die opbloeit in het besef dat we rusten in gewaarzijn. En deze zoektocht komt tot rust als we zeker weten dat gewaarzijn altijd beschikbaar is als onze ogenschijnlijk zo neutrale en onbewogen ingrond. Dan weet onze individuele expressie zich verbonden met het geheel. Dan smelten de miljarden verhardingen die we nog met ons meedragen in het geheugen van lichaam en geest. Want we zijn allemaal zonder het te weten gaan geloven in de overheersing van een kille leegte, zodra aandacht wegvalt. En zo jagen we na dat de aandacht van buitenaf op ons wordt gevestigd. Dan bestaan we tenminste even. Allemaal dragen we herinneringen bij ons dat we er niet toe deden. We werden tot object gereduceerd. Er was geen afstemming op ons eigen ritme. We mochten er alleen zijn via aanpassing op het ritme en de verschijning van onze opvoeders. We werden niet herkend als de onmiddellijke uitdrukking van gewaarzijn en eenheid. Zo raakten we het besef kwijt het pulserende middelpunt te zijn van het leven. Zo zijn we op zoek gegaan naar manieren om aandacht op ons te richten. De economie en maatschappij zijn georganiseerd rond structuren die de aandachtsstroom kanaliseren. Aandacht en geld zijn gekoppeld, evenals aandacht en voeding. Bijna onherkenbaar en verscholen schemert gewaarzijn door de maatschappelijke vormen heen.
Ik beschouw het als een uitdaging om door de structuren heen gewaarzijn te herkennen. Alleen zo verliest de wereld zijn vervreemdende trekken. Alleen zo herken ik weer dat jij net als ik het mysterie uitdrukt dat leven heet. Ik wil leren door jouw individuele vorm heen de eenheid te lezen. Zoals ik ook mijn individuele vorm leer lezen als manifestatie van Zijn.
Deze toewending is zo groots dat mijn individuele voorkeuren en afkeuren erin zijn gedragen. En die van jou zijn ook welkom.
Zo bewegen wij samen open en kwetsbaar in gedeelde verwondering. En beseffen we dat wij niets anders zijn dan toewendend zien, onze altijd beschikbare bron.
Christien