Wat 20 jaar zelfonderzoek mij opgeleverd heeft

Niets en alles. In deze volgorde. Het was in het jaar 1999 dat ik via mijn spiritueel leraar in contact kwam met nondualiteit en gegrepen werd door het doen van zelfonderzoek. Ik was hevig geïnspireerd geraakt in advaita en naarstig op zoek naar verlichting. Ik had het idee dat er op een goede dag een plotseling licht bij mij door zou breken dat ging leiden tot onbegrensd geluk en alwetendheid. Een licht dat overal doorheen kijkt en de mysteries van het bestaan aan mij zou onthullen.

Ik weet intussen wel beter. Als er zoiets als verlichting bestaat, dan heeft dat helemaal niets met mijn persoonlijke bewustzijn te maken. Het woord verlichting verwijst wel ergens naar, maar niet naar wat ik er mij van voorgesteld had. Hoe dan ook, ik ging er over praten en schrijven want de (ego)drang was groot. Bijeenkomsten (satsangs) met andere ‘waarheidszoekers’ volgden. Ik had een grote drive mijzelf neer te zetten in de hoop inzicht te krijgen in de ware aard van mijn bestaan. En als anderen daarvan een graantje mee konden pikken, dan was dat toch mooi meegenomen.

De conclusie die ik nu kan trekken is dat het mij niets opgeleverd heeft. Ik ben geen beter persoon geworden, heb hetzelfde karakter en allerlei neigingen zijn niet wezenlijk veranderd. Ik ben niet bevrijd van mijzelf. En toch is er lichtheid in mijn bestaan geslopen als een dief in de nacht. Een compleetheid welke niet herleid kan worden tot materieel bezit of spirituele vooruitgang. Ik kan het nauwelijks benoemen omdat het zich grotendeels onder de drempel van mijn bewustzijn afspeelt. Wat erop duidt dat de mate van onbewustheid (nog steeds) groot is, dat er een overweldigende onwetendheid in mij is omtrent het hoe en waarom van de dingen. Ik weet in feite helemaal niets over mijzelf.

En toch sijpelde er in de loop der jaren iets bij mij naar binnen, zoals water door poreuze steen heen dringt. Wat het ook is, het stemt mij blij. Parallel daaraan ontwikkelde zich een voorliefde voor een eenvoudig leven. Wat er ogenschijnlijk plaats gevonden heeft is een verandering in paradigma. Een perceptie verschuiving in denken en voelen. Niet door mijn inspanningen maar ondanks mijn inspanningen. Een relaxt-zijn met de loop der dingen waarop ik geen enkele invloed heb. Het wegvallen van het idee een doener te zijn naar een meer willig en soms onwillig voertuig in dienst van het universum. Een uitdrukkingsvorm waardoor het universum zich manifesteert. Dat voortbewogen wordt door het geheel.

En dit voelt helemaal natuurlijk en normaal. Een vol-ledig zijn. Niet los van de dingen, maar ook niet bepaald door de dingen. Een soort van speelsheid met de interacties en openingen die zich in elk moment voordoen. Een vrij (mee)bewegen met de stroom ondanks de schijnbare beperkingen en stollingen van het gematerialiseerde.

‘Niets hoeft gedaan te worden, toch blijft er niets ongedaan’ is een bekend zen gezegde. Daar verwijst het woord verlichting volgens mij naar. Ik ben een instrument in dienst van het geheel. Het geheel, het totaal (als alles) handelt, niet jij of ik als afgescheiden individu. Dat is naar mijn idee een inzicht en werkelijkheidsbeleving dat niet geforceerd kan worden, maar pas ontstaat als de tijd er rijp voor is. Als je er genoeg mee gestoeid hebt. Laat ik dat maar liefde voor het leven noemen.

Leave a Reply

Your email address will not be published.