Wil je jezelf leren kennen zoals je werkelijk bent dan moet je beginnen met vragen stellen. Vragen stellen is inherent aan zelfonderzoek. Vragen stellen is ook bewust worden. De juiste vraag stellen leidt tot het realiseren van je ware aard.
De klassieke manier om jezelf te leren kennen is je gedachten te onderzoeken. Wie is “me”? Om deze vraag gaat het. Daarmee bedoel ik niet dat je meneer of mevrouw Jansen bent. Noch wat je beroep is, je karakter, je kwaliteiten, je voor- en afkeuren etc.
Achter elke gedachte zitten trouwens andere gedachten, aannames, niet onderzochte overtuigingen etc. etc. . Als je die volgt kom je weliswaar steeds beter te weten hoe je in elkaar zit, hoe en waarom je op mensen en situaties reageert etc. Maar op een gegeven moment kom je daarmee niet verder. Omdat je jezelf blijft zien als een zelfstandig persoon of individu. En daaruit voortvloeiend ontstaan steeds nieuwe of andere ideeën over jezelf. Hoe je jezelf wilt ontwikkelen, hoe je een beter persoon kunt worden. Hoe je moet omgaan met ……. etc. etc.
Maar laten we nu wel zijn. Je bent Zelf toch geen idee of een beeld? Of wel soms? Het gaat erom te onderkennen dat je zelfbeeld een ‘vals’ Zelf is, geconstrueerd, in elkaar gezet, niet echt. Het sleutelen aan je zelfbeeld resulteert daarom alleen in het hebben van andere beelden of concepten, maar brengt je nooit in contact met wie je werkelijk bent, noch met de zogenaamde werkelijkheid buiten je. Wat je denkt te zijn of meent te weten hoe de werkelijkheid buiten jezelf is zijn altijd constructies van je denken.
Het is echt van belang dit in te zien en daarbij de moed te hebben om dan maar met lege handen te staan, dan je te identificeren met het eerste en beste plaatje, denkbeeld, gedachte die langs komt. Dan maar even niet weten wie je bent, waar je vandaan komt of waar je naar toe gaat. Of hoe het nu verder moet met de maatschappij.
Zelfonderzoek zoals ik bedoel heeft te maken met inzicht in wat het mogelijk maakt ideeën over de werkelijkheid en jezelf te hebben. Met het inzicht ‘dat-wat-je-bent’ niet te pakken is, niet gedefinieerd kan worden. Immers het oog kan zichzelf niet zien, noch kan het oor zichzelf horen. Wat je denkt te zijn is daarom niet wat je bent. Het is alleen wat je kent. Het zijn objecten, de inhoud van je bewustzijn.
Ramana Maharshi (India 1879-1951) heeft op de vraag naar Zelfkennis gesteld dat het stellen van de vraag “Wie ben ik” voldoende is. Maar andere vragen kunnen natuurlijk ook verhelderend werken. Zoals, wie is het die zich van de dingen bewust is?. Wie denkt er? Is dat wat het mogelijk maakt iets te zien ook een beeld? Is dat wat het mogelijk maakt iets te voelen ook een gevoel? Is dat wat het mogelijk maakt iets te ervaren ook een ervaring? Waar vindt dit alles in plaats? Is er wel een ik die iets ervaart of is deze ik onderdeel van de ervaring? Door je hier indringend en waarheidlievend mee bezig te houden verschuif je als het ware je eigen grenzen naar achteren. Begeef je je op het terrein van zelfonderzoek.
Ter vergelijking. Wat gebeurt er als je je bijvoorbeeld in een landschap steeds meer naar achteren beweegt? Objecten, bijv. bomen die eerst op de voorgrond stonden verschuiven naar de periferie. Tenslotte worden ze helemaal niet meer waargenomen. Ze lossen op. Zo verdwijnen vragen, kwesties, hangijzers, problemen e.d. ook naarmate je er meer en meer afstand van neemt. Niet door ze ontkennen, maar door je er vandaan te bewegen.
De tegenovergestelde beweging is dat je je heel dicht naar een object kan toe bewegen, waardoor een object ook verdwijnt. Sta maar eens heel dicht met je neus tegen een boomstam aan en je ziet de hele boom niet meer. Je bent min of meer in de boom verdwenen. Zo kun je ook opgaan in muziek, een boek, een wandeling, een goed gesprek, je geliefde. Dan ervaar je alleen maar flow. Wat het ook is, het blijkt een doorgang te zijn naar een andere dimensie van zijn.
Als je goed oplet dan is eigenlijk het hele leven een kwestie van verschijnen en weer verdwijnen. Bij het wakker worden verschijnt de wereld, bij het inslapen verdwijnt de wereld. Waarin? In een achtergrond die je “ik” noemt. Je zegt toch immers “Ik heb lekker geslapen?” Welnu, wie is nu eigenlijk diegene die wij “ik” noemen? Is je lichaam dat? Zijn je gedachten of gevoelens dat? Of zit het “ik” ergens verborgen in je lichaam, bijvoorbeeld in je hersenen? En zo ja, heeft ooit iemand bijvoorbeeld bij een hersenoperatie, die “ik” dan gevonden of kunnen aanwijzen?
Het zijn deze existentiële vragen die je op een directe wijze leiden naar dat wat je ten diepste bent. Het is daarom van het grootste belang bij de vraag naar je “ware zelf” stil te durven blijven staan en er niet met gebabbel, cynisme, rationalisering of wat dan ook overheen te walzen. Loop er niet voor weg. Formuleer geen pasklare antwoorden. Zoek geen afleiding of vluchtweg. Trek geen conclusie, want iedere conclusie is een gesloten deur. Onderzoek slechts en zie uiteindelijk (ook al doe je er je hele leven over) wat het is waar je mee samen valt.
Hoe onderzoek je nu jezelf? Je kan daar eindeloos over blijven nadenken, zonder dat je er een stap mee verder komt. Je vervalt daarmee immers weer in concepten. De kwestie is dat je niet tegelijk aan zelfonderzoek kunt denken én het tegelijk praktiseren. Iets in de praktijk toepassen in de betekenis van hoe je dat gaat doen, gaat organiseren heeft alleen zin in de wereld van oorzaak en gevolg. Het in de praktijk brengen bij zelfonderzoek is doen zonder dat je het idee hebt dat je iets doet. Net zoals je het zout aan tafel aangeeft aan diegene die erom vraagt. Dan ga je ook niet zitten nadenken hoe je het zoutpotje aangeeft of dat jij het aangeeft.. Je doet het gewoon. Spontaan, onmiddellijk. Er zit geen tijd tussen.
Zo heb je ook leren zwemmen, door gewoon in het water te springen. Wat je echter meestal wilt is een methode, maar die brengt je niet verder. Is alleen leuk om iets te proeven, verder niet. Je weet dan dat een druppel nat aanvoelt, maar als je doordrenkt wilt raken en de oceaan wilt zijn moet je liefde hebben voor de waarheid omwille van de waarheid.
Blijf daarom niet naar de richtingaanwijzers in dit stukje kijken, maar kijk naar waar ze heenwijzen. Ze wijzen allemaal naar …. jou! Zelfonderzoek is middel en doel, begin en einde, vertrek en aankomst tegelijk.